Filmoperateur bij de Mariniersbrigade

Hugo Wilmar vertrekt op 21 november 1945 als filmoperateur met de eerste 2000 mariniers naar Oost-Java. In een brief aan zijn ouders schrijft Hugo, dat hij delen van het vertrek uit Camp Davis gefilmd heeft.

Hebben jullie in de bioscoop al de parade gezien die we voor ons vertrek in Camp Davis hebben gehouden en in Nederland schijnt te draaien. Ik heb zelf ook een stukje opgenomen en verder gefotografeerd.
– Brief Hugo Wilmar aan zijn ouders, 2 januari 1946

Hoewel het niet duidelijk is welke delen Hugo Wilmar als filmoperateur heeft geschoten, bevat de film wel de eerste bewegende beelden, die door Hugo Wilmar zijn gemaakt.

Vrijheid als filmoperateur

De rol van filmoperateur geeft Hugo Wilmar veel vrijheid. Het biedt hem de mogelijkheid om te gaan en te staan waar hij wil. Zelf formuleert hij dit alsvolgt:

Dit heb ik geheel belangeloos gedaan en al zijn er reeds series negatieven (afdrukken of vergroten is in deze revieren niet mogelijk) naar de MarVo (Marine Voorlichtingsdienst) in Holland verzonden, zonder dat ik er zelf nog maar een afdruk van heb, het baantje geeft me volkomen vrijheid te gaan waar ik wil, terwijl ik natuurlijk met mijn krullende neus steeds daar aaanwezig ben waar sensatie, bloed of zweet te beleven of gegeven wordt waarbij deze grootvorst als een lastdier onder de tropen zon zijn camera en toebehoren vaak vervloekt, doch aan de anderekant beseft: “wat dat betreft, tref ik het toch maar dat ik het zo goed heb getroffen.
Brief Hugo Wilmar aan Jan Van Eyk, 29 januari 1946

Reisverslag Noordam

De film beschrijft de 56 dagen lange tocht vanaf Camp Davis, North Carolina, naar Nederlands-Indië. Hugo Wilmar heeft niet alleen delen uit deze film gemaakt, maar is waarschijnlijk ook zelf in de film te zien.